TRAUMA

Bij het woord trauma denken we vaak aan een heftige gebeurtenis. Maar in therapie bedoelen we met trauma iets anders. Trauma is niet de gebeurtenis of situatie, maar de impact ervan op ons en vooral op ons lichaam. Trauma expert Mate Gabor zegt het als volgt: ‘’trauma is not the bad things that happens to you, but what happens inside you, as a result of what happens to you”. Bessel van der Kolk was naast Gabor Mate een van de eerste artsen die een nieuwe weg in sloeg bij trauma behandeling. Vaak ging men in therapie over de gebeurtenis praten. Maar daar werd het niet beter van. Onverwerkt trauma zit vooral in ons lijf. We weten nu dat zonder lichaamswerk trauma niet kan worden geheeld.

Trauma overkomt ons in verschillende gradaties. Het kan gaan om een eenmalige gebeurtenis zoals een ongeluk, het kan om ontwikkelingstrauma gaan, waarbij onze sociale omgeving langdurig onveilig was. Maar het kan ook transgenerationeel trauma zijn, waarin we lijden onder het niet verwerkte trauma van onze ouders en grootouders. Ook kan het om collectief trauma gaan zoals racisme of gender-discriminatie.

Trauma is deel van het leven en dat zal altijd zo blijven. Als mens zijn wij daar in principe tegen opgewassen. We dragen het coping mechanisme in ons DNA. Trauma-verwerking kent drie stadia: trauma-afsplitsing, trauma-verwerking en trauma heling. De eerste stap die we van nature doen is het afsplitsen en isoleren van de overweldigende ervaring op ons lijf, zodat de rest van ons organisme door kan functioneren. Dat noemen we dissociatie. We splitsen ons bewustzijn in een deel dat ondergronds gaat en niet meer mee doet én in een deel dat overeind blijft en het dagelijkse leven nog steeds kan managen. Het is een intelligente, effectieve en helpende reactie om dat wat we niet aankonden toch tijdelijk een plek te geven.

Natuurlijk is zo’n gespleten toestand op den duur niet heilzaam. We moeten immers onbewust een deel van onze levensenergie gebruiken om een ander deel te onderdrukken, bevroren te houden of uit ons bewustzijn te weren. Dat gaat ten koste van onze gezondheid en vitaliteit. Zodra de kust wat veiliger is komt er dan ook een impuls uit ons systeem dat ons ‘verleidt’ tot een meer grondige opruiming en integratie van het niet verwerkte gebeuren.

Als we deze impulsen niet herkennen, negeren of niet kunnen opvolgen omdat het nog steeds onveilig is, komen we vast te zitten in onze overlevingsstand. En zo kan het leven dan vaak aanvoelen: als overleven. Ons defensiemechanisme wordt dan vaak getriggerd: we reageren heel heftig op een prikkel óf we reageren verdoofd, vertraagd of helemaal niet op een prikkel. De stress waarmee dat samengaat kunnen we op twee manieren ervaren,  als ‘te veel’ of als ‘te weinig’. En juist deze ervaring van prikkels zien we ook bij mensen met een hoogsensitief zenuwstelsel.
Steeds meer artsen en therapeuten zien onverwerkt trauma als oorzaak van veel psychische problemen. Dorle Lommatzsch stelt terecht de vraag of trauma de neurobiologische basis van twee (onherkende) pandemieën van onze tijd kunnen zijn: burn-out en depressie.

Voor de heling van trauma zullen we ons weer naar het trauma deel toe moeten wenden en het weer integreren in ons leven. Dat is soms een hele kunst. Maar uit die afgesloten schelp in ons komt na enige tijd altijd een parel. Steve Hoskinson noemt trauma om deze reden ‘unintegrated resourse’, niet geïntegreerd potentieel.